column
Jan Jonker: Investeren in een nieuwe economie

Jan Jonker maakt zich zorgen over de verkiezingsutislag. Want nergens wordt gesproken over de nieuwe economie: dat het radicaal anders moet, vooral met het oog op de grondstofschaarste van onze aarde.
Gelukkig, het zit erop. De verkiezingen. Korte campagne, heel veel pratende hoofden. De kunst van het afzeiken op one-liners. Kleine partijen met mooie plannen die niet eens in de publieke dialoog gehoord zijn. Gevestigde groene orde die weggevaagd wordt. Bonhommerige mensen die te vroeg pieken. Een winnaar die werft met teksten op publieksborden die tenenkrommend van inhoud zijn. Journalisten en politici die zo vaak hetzelfde zeggen dat je denkt dat de uitknop niet ingebouwd zit. Gelukkig is de spreekruimte voor de man met het witte haar wel fors teruggedrongen in de bankjes. Zoveel debatten dat zelfs het idee ‘debat' aan erosie is gaan leiden. Maar we hebben kunnen kiezen en gekozen. Mooie opkomst en niet zeuren. Het beeld is helder: Nederland wordt een twee-stromenland met wat tussen-verbindende partijen om mogelijk nog enige nuancering te houden. Maar ik vraag me af of dat niet eerder de wens van de vader van de gedachte is, dan echt en reëel. Maar dat wist U eigenlijk al.
‘Ons ben zunig'-mentaliteit
Per nu kan het formeren, dialogeren en onderhandelen beginnen. Midden rechts regeert en heeft beloofd de banenmachine aan te zetten en het huishoudboekje op orde te maken. Bezuinigen en nog eens bezuinigen bepaalt de komende jaren de politieke en financiële orde van de dag. Eigenlijk is in de afgelopen jaren praten over politiek alleen nog maar praten over geld geworden. Geld = politiek, zou je kunnen zeggen, en dat is ook prima om te draaien. In een bijna perverse drive om financieel schoon schip te maken, zijn inmiddels de makkelijke slachtoffers - het zogeheten laag-hangende-fruit - al gemaakt. Van cultuur is nauwelijks meer sprake, investeren in het onderwijs staat fors onder druk en over het uithollen van o.a. de kwaliteit van de bejaardenzorg wil ik het liever niet hebben. We werken wat langer door (sic!) en indexeren niet meer alle mogelijk salarissen. Dat alles levert op termijn een paar miljard op, maar is nadrukkelijk nog onvoldoende. Zoveel is wel duidelijk. Maar tja, dat wist U eigenlijk al. Wat we nu met elkaar gekozen hebben is dat deze ‘ons ben zunig' lijn van denken en werken met voortvarende onverschrokkenheid doorgezet wordt. Maar tja, dat is (soms een beetje ‘helaas') democratie. Maar dat wist U eigenlijk al.
Economie van gisteren
Paradoxaal genoeg denk ik dat het goed is dat we een financiële pas op de plaats maken. Ons afvragen waar we als land ons geld aan willen uitgeven. Huishoudboekje op orde. Alleen maar geld uitgeven aan wat we hebben en niet wat we denken, hopen te hebben, misschien. Ieder zichzelf respecterend gezin doet dat ook. Je kan geen brood kopen bij de bakker als je niet langs de kassa kan. Zo zit ons systeem in elkaar. Dat geldt voor iedereen behalve voor de ... juist ja: overheid. Als burger hoef ik het niet eens te zijn met de manier waarop we bezuinigen, maar dat we moeten bezuinigen is eigenlijk geen onderwerp van discussie. Maar wat bij die activiteit van het financiële inkrimpen zorgelijk is, is dat we bezuinigen op een systeem van het verleden zonder dat we kijken, denken en werken aan de toekomst. Simpel gezegd: we bezuinigen op een economie van gisteren maar investeren niet in de economie van morgen.
Het moet anders
En dat is zorgelijk, heel zorgelijk. Nog veel zorgelijker dan een verkiezingsuitslag. Nergens in het debat en ook niet in de uitslag van de verkiezingen zie ik debatten of programma's dat we ernst moeten maken met die nieuwe economie. Noem hem circulair of groen - de boodschap is: het moet radicaal en fundamenteel anders, anders loopt het vast met o.a. olie, grondstoffen of voedsel. Dat vraagt om een grote transitie waar we heel veel, zo niet al onze energie voor nodig hebben. Als burgers, als overheid en als maatschappij. Niet omdat we tegenover elkaar staan, maar omdat we een ideaal, een visie delen. En juist daarover heb ik de afgelopen weken in al het verkiezingsgeweld eigenlijk niets gehoord. We gaan met deze uitkomsten dan ook zorgelijke tijden tegemoet. Maar dat wist U eigenlijk al.
Prof. dr. Jan Jonker, Hoogleraar Duurzaam Ondernemen werkt aan de Nijmegen School of Management van de Radboud Universiteit Nijmegen, j.jonker@fm.ru.nl.
Gelukkig, het zit erop. De verkiezingen. Korte campagne, heel veel pratende hoofden. De kunst van het afzeiken op one-liners. Kleine partijen met mooie plannen die niet eens in de publieke dialoog gehoord zijn. Gevestigde groene orde die weggevaagd wordt. Bonhommerige mensen die te vroeg pieken. Een winnaar die werft met teksten op publieksborden die tenenkrommend van inhoud zijn. Journalisten en politici die zo vaak hetzelfde zeggen dat je denkt dat de uitknop niet ingebouwd zit. Gelukkig is de spreekruimte voor de man met het witte haar wel fors teruggedrongen in de bankjes. Zoveel debatten dat zelfs het idee ‘debat' aan erosie is gaan leiden. Maar we hebben kunnen kiezen en gekozen. Mooie opkomst en niet zeuren. Het beeld is helder: Nederland wordt een twee-stromenland met wat tussen-verbindende partijen om mogelijk nog enige nuancering te houden. Maar ik vraag me af of dat niet eerder de wens van de vader van de gedachte is, dan echt en reëel. Maar dat wist U eigenlijk al.
‘Ons ben zunig'-mentaliteit
Per nu kan het formeren, dialogeren en onderhandelen beginnen. Midden rechts regeert en heeft beloofd de banenmachine aan te zetten en het huishoudboekje op orde te maken. Bezuinigen en nog eens bezuinigen bepaalt de komende jaren de politieke en financiële orde van de dag. Eigenlijk is in de afgelopen jaren praten over politiek alleen nog maar praten over geld geworden. Geld = politiek, zou je kunnen zeggen, en dat is ook prima om te draaien. In een bijna perverse drive om financieel schoon schip te maken, zijn inmiddels de makkelijke slachtoffers - het zogeheten laag-hangende-fruit - al gemaakt. Van cultuur is nauwelijks meer sprake, investeren in het onderwijs staat fors onder druk en over het uithollen van o.a. de kwaliteit van de bejaardenzorg wil ik het liever niet hebben. We werken wat langer door (sic!) en indexeren niet meer alle mogelijk salarissen. Dat alles levert op termijn een paar miljard op, maar is nadrukkelijk nog onvoldoende. Zoveel is wel duidelijk. Maar tja, dat wist U eigenlijk al. Wat we nu met elkaar gekozen hebben is dat deze ‘ons ben zunig' lijn van denken en werken met voortvarende onverschrokkenheid doorgezet wordt. Maar tja, dat is (soms een beetje ‘helaas') democratie. Maar dat wist U eigenlijk al.
Economie van gisteren
Paradoxaal genoeg denk ik dat het goed is dat we een financiële pas op de plaats maken. Ons afvragen waar we als land ons geld aan willen uitgeven. Huishoudboekje op orde. Alleen maar geld uitgeven aan wat we hebben en niet wat we denken, hopen te hebben, misschien. Ieder zichzelf respecterend gezin doet dat ook. Je kan geen brood kopen bij de bakker als je niet langs de kassa kan. Zo zit ons systeem in elkaar. Dat geldt voor iedereen behalve voor de ... juist ja: overheid. Als burger hoef ik het niet eens te zijn met de manier waarop we bezuinigen, maar dat we moeten bezuinigen is eigenlijk geen onderwerp van discussie. Maar wat bij die activiteit van het financiële inkrimpen zorgelijk is, is dat we bezuinigen op een systeem van het verleden zonder dat we kijken, denken en werken aan de toekomst. Simpel gezegd: we bezuinigen op een economie van gisteren maar investeren niet in de economie van morgen.
Het moet anders
En dat is zorgelijk, heel zorgelijk. Nog veel zorgelijker dan een verkiezingsuitslag. Nergens in het debat en ook niet in de uitslag van de verkiezingen zie ik debatten of programma's dat we ernst moeten maken met die nieuwe economie. Noem hem circulair of groen - de boodschap is: het moet radicaal en fundamenteel anders, anders loopt het vast met o.a. olie, grondstoffen of voedsel. Dat vraagt om een grote transitie waar we heel veel, zo niet al onze energie voor nodig hebben. Als burgers, als overheid en als maatschappij. Niet omdat we tegenover elkaar staan, maar omdat we een ideaal, een visie delen. En juist daarover heb ik de afgelopen weken in al het verkiezingsgeweld eigenlijk niets gehoord. We gaan met deze uitkomsten dan ook zorgelijke tijden tegemoet. Maar dat wist U eigenlijk al.
Prof. dr. Jan Jonker, Hoogleraar Duurzaam Ondernemen werkt aan de Nijmegen School of Management van de Radboud Universiteit Nijmegen, j.jonker@fm.ru.nl.
Overzicht
Wekelijks nieuws en tips voor kwaliteitsprofessionals.
Klik hier voor een gratis abonnement.
Klik hier voor een gratis abonnement.